Chromatografie
Chromatografie is de verzamelnaam voor een aantal technieken die gericht zijn op de scheiding van mengsels in hun componenten. Denaam van de methoden is ontleend aan het feit dat na de scheiding de componenten met behulp van kleurstoffen (chroma = kleur) worden aangetoond.
Chromatografie vindt in de laatste tijd ook steeds meer toepassing in de geneeskunde vanwege de mogelijkheid zeer kleine hoeveelheden stoffen in lichaamsvloeistoffen (urine, bloed, hersenvocht enz.) aan te tonen.
De methode berust op het volgende principe. Na een scheikundige voorbereiding, waarbij eventuele cellen of weefselresten worden verwijderd, wordt de lichaamsvloeistof in een oplosmiddel boven in een lange reageerbuis op een kolom gebracht welke bestaat uit stoffen zoals aluminiumoxidc of silicagel, die een sterk adsorberend vermogen hebben. Boven in de kolom worden die componenten uit de lichaamsvloeistof die sterk geadsorbeerd worden, vastgehouden en op een lagere plaats komen de zwakker geadsorbeerde stoffen terecht. De scheiding wordt vergroot door daarna met een geschikt oplosmiddel door te spoelen.
Afhankelijk van de gebruikte methode spreekt men van adsorptie, uitwisselings of verdelingschromatografic. Bij de adsorptiechromatografie worden alle stoffen onafhankelijk van elkaar geadsorbeerd, bij de uitwisselingschromatografie is er sprake van een zekere competitie tussen de opgeloste stoffen, en de verdelingschromatografie berust op een verdeling tussen twee vloeibare fasen.
In de geneeskunde vindt de laatste methode ruime toepassing in de vorm van papierchromatografie. Bij deze techniek wordt gebruik gemaakt van een vel speciaal geprepareerd papier dat dienst doet als drager. De oplossing wordt door het papier aangezogen. Op deze wijze is het bijvoorbeeld mogelijk het vóórkomen en de concentratie van aminozuren in het bloed te bepalen.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.