Hersenzenuwen
Onze hersenen zijn een fascinerend orgaan, hetgeen niet alleen blijkt uit de tienduizenden wetenschappelijke onderzoekingen die per jaar worden gepubliceerd, maar ook uit het feit dat ondanks dit intensieve speurwerk nog weinig bekend is over het orgaan dat zo sterk ons dagelijks leven beheerst.
Binnen de schedel ligt een weefselmassa van 1300-1400 gr, die bij scheikundige analyse voornamelijk blijkt te bestaan uit water, vetten en eiwitten en bij de levende mens een boterzachte structuur heeft en zachtrose van kleur is door de vele bloedvaten.
Deze massa bevat zo’n 40 miljard zenuwcellen, die elk hun eigen activiteitspatroon vertonen en daarbij nog circa 250 miljard steun-cellen. Deze zijn voornamelijk belast met de energiehuishouding en het opruimen van bacteriën en andere schadelijke elementen, die de functie van de zenuwcellen nadelig zouden kunnen beïnvloeden.
De belangrijkste functies van het zenuwstelsel kunnen als volgt worden samengevat:
1. Het zenuwstelsel integreert de functies van de elk op hun eigen mechanismen gerichte organen op een doeltreffende wijze; op een veel snellere manier dan door humoraal transport (vervoer van hormonen of andere actieve stoffen) via de bloedvaten mogelijk zou zijn. De organen worden zo samengebundeld tot een eenheid van hogere orde: het individu.
2. Het individu kan op doeltreffende en snelle manier reageren op veranderingen in de buitenwereld: adaptatiemechanismen.
3. Bepaalde delen van de menselijke hersenen moeten worden beschouwd als substraat waar, op nog niet begrepen wijze, de verbinding wordt gelegd tussen geest of psyche en lichaam; ook is er het substraat gelokaliseerd van functies als abstract denken, bewustzijn, gevoel, enzovoort.
4. Aan de sensibele en motorische mechanismen wordt een extra dimensie toegevoegd door persoonlijkheid, karakter, enzovoort. Hoewel het gedrag bestaat uit een geïntegreerd patroon van bewegingscomponenten, is de mens meer dan een samenstel van motorische handelingen. Die extra dimensie, zich bijvoorbeeld voordoend als emotie, affect, angst – ook wel het geheel van de psychoaffectiviteit genoemd vindt haar substraat in een bepaald deel van de hersenen.
5. De hersenen zijn bij uitstek het centrale orgaan van de communicatie; spraak ontstaat in de hersenen en het door anderen gesprokene wordt in de hersenen begrepen; dit geldt ook voor de andere communicatiesystemen van de mens.
Overzicht van de hersenzenuwen
■ De reukzenuw (nervus olfactorius) is een gevoelszenuw die de reukprikkels opvangt en naar de hersenen voert. De vezels van deze zenuw gaan van het reukslijmvlies, dat achter in de neus is gelegen, door het zeefbeen heen, waarna ze zich opsplitsen in een drietal zenuwbaantjes die naar verschillende hersengebieden gaan. Een belangrijk centraal reukgebied ligt in de slaapbeenkwab van de grote hersenen.
■ De gezichtszenuw (nervus opticus) bevat de zenuwvezels die van het netvlies via de oogkas naar de hersenen gaan. Vlak bij het hersenaanhangsel kruisen de vezels, die links en rechts van de binnenste helft van het netvlies komen. Een deel van de vezels gaat van het rechteroog naar de linkerhersenhelft en een deel van het linkeroog naar de rechterhersen helft. De vezels kunnen twee wegen volgen.
De ene gaat naar de middenhersenen, voornamelijk voor reflexactiviteit, de andere via de tussenhersenen naar de grote hersenen, waar de lichtprikkels bewust worden gemaakt.
■ De oogbewegingszenuw (nervus oculomotorius) is een bewegingszenuw, die te zamen met de vierde en zesde hersenzenuw de zes kleine oogspiertjes, die het oog in alle richtingen kunnen bewegen, verzorgt.
■ De katrolzenuw (nervus trochlearis) is een bewegingszenuw, die de bovenste schuine oogspier verzorgt. De pees van deze spier loopt door een bindweefselring waardoor het geheel op een katrol lijkt.
■ De drielingzenuw (nervus trigeminus) bestaat uit drie gevoelstakken en een kleinere bewegingstak voor aangezicht, mond en neusholte. De sensibele zenuwen worden onderscheiden in een bundel voor voorhoofd en oog, bovenkaak en onderkaak. De motorische zenuw verzorgt de kauwspieren en de spieren van de mondbodem.
■ De afvoerende zenuw (nervus abducens) is een motorische zenuw, die de buitenste rechte oogspier verzorgt.
■ De aangezichtszenuw (nervus facialis) is een gemengde zenuw. Het motorische deel verzorgt de aangezichtsspieren, terwijl het sensibele deel gevoelsprikkels vanuit een deel van de mondholte naar de hersenstam geleidt.
■ De gehoor-evenwichtszenuw (nervus cochlearis) bestaat uit twee delen: de gehoor-of slakkehuiszenuw (nervus cochlearis) voor het gehoor en de voorhof of evenwichtszenuw (nervus vestibularis) voor de geleiding van evenwichtsprikkels.
■ De tongkeelholtezenuw (nervus glossopharyngeus) is een gemengde zenuw, waarvan het motorische deel keelholtespieren verzorgt en de sensibele takken kliercellen van de oorspeekselklier en smaakprikkels van de tong.
■ De zwervende of dwalende zenuw (nervus vagus) heeft in het lichaam een groot verspreidingsgebied. De zenuw is in hoofdzaak een ingewandszenuw en verzorgt organen in hals, borst en buik. De zenuw maakt deel uit van het parasympathische stelsel van het autonome zenuwstelsel.
■ De bijkomstige zenuw (nervus accessorius) is een motorische zenuw, die de schuine halsspier (musculus stemocleidomastoideus) en de monnikskapspier (musculus trapezius) verzorgt.
■ De ondertongzenuw (nervus hypoglossus) verzorgt de tongspieren.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.