Elleboog
Elleboog (voor- en achterkant)
De humerus (opperarmbeen), radius (spaakbeen) en de ulna (ellepijp) komen bij elkaar in de elleboog. Dit gewricht heeft een aantal ingewikkelde uitsteeksels die aanhechtingspunten vormen voor ligamenten (bindweefselband) en spieren, waardoor de botten in de elleboog soepel en beweegbaar zijn. De elleboog is een scharniergewricht, wat inhoudt dat er alleen beweging in één richting mogelijk is.
Capitulum humeri
Het ondereinde van de humerus (opperarmbeen) heeft een aantal uitsteeksels en holten waardoor samen met de radius (spaakbeen) en de ulna (ellepijp) beweging mogelijk is. Het oppervlak van dit ondereinde is een ronding, bestaande uit het capitulum en de trochlea van de humerus (de kogel- en katrolvormige delen van de humerus). De olecranon (ellebooggewricht) waar de ulna zit, is zichtbaar aan de achterkant van de elleboog en past in de holte tussen deze delen. Aan beide kanten van het kogeluiteinde van de humerus bevindt zich een knobbel, de epicondylus. Als de arm naast het lichaam wordt gehouden met de handpalm naar boven gedraaid, bevindt de laterale epicondylus zich aan de kant van de humerus die het verst van het lichaam verwijderd is, terwijl de mediale epicondylus vlak naast het lichaam is. Tussen de uiteinden van de radius en de ulna is een kleine groeve (de radiale groeve) waar de twee botten samenkomen. Het spaakbeen heeft aan het proximale uiteinde een kop, de zogenaamde radiuskop of caput radii. De ulna heeft voor op het proximale uiteinde nog een breed, kroonvormig uitsteeksel, de processus coronoideus ulnae.
Coronoïde fossa
Aan het onderste uiteinde van de humerus bevindt zich aan de voorzijde een holte, de coronoïde fossa. Deze holte wordt gevuld door het uiteinde van de ulna als de elleboog wordt gebogen (het coronoïde proces van de ulna).
Humerus
De humerus (opperarmbeen) is een lang bot in de bovenarm. Aan de bovenkant past het kogeluiteinde in een kop- en komgewricht (in de glenoïde holte) met de scapula (schouderblad), terwijl de onderkant van de humerus uitkomt bij de botten van de onderarm (radius en ulna) waarmee het ellebooggewricht wordt gevormd.
Laterale epicondylus humeri
Het ondereinde van de humerus (opperarmbeen) heeft een aantal uitsteeksels en holten waardoor samen met de radius (spaakbeen) en de ulna (ellepijp) beweging mogelijk is. Het oppervlak van dit ondereinde is een ronding, bestaande uit het capitulum en de trochlea van de humerus (de kogel- en katrolvormige delen van de humerus). De olecranon (ellebooggewricht) waar de ulna zit, is zichtbaar aan de achterkant van de elleboog en past in de holte tussen deze delen. Aan beide kanten van het kogeluiteinde van de humerus bevindt zich een knobbel, de epicondylus. Als de arm naast het lichaam wordt gehouden met de handpalm naar boven gedraaid, bevindt de laterale epicondylus zich aan de kant van de humerus die het verst van het lichaam verwijderd is, terwijl de mediale epicondylus vlak naast het lichaam is. Tussen de uiteinden van de radius en de ulna is een kleine groeve (de radiale groeve) waar de twee botten samenkomen. Het spaakbeen heeft aan het proximale uiteinde een kop, de zogenaamde radiuskop of caput radii. De ulna heeft voor op het proximale uiteinde nog een breed, kroonvormig uitsteeksel, de processus coronoideus ulnae.
Radius
De radius (spaakbeen) is een van de twee lange botten (de andere is de ulna) die de onderarm vormen. De radius beweegt aan beide einden met de uiteinden van de ulna (ellepijp), met de humerus (opperarmbeen) bij de elleboog en met enkele carpale (handwortel-) beentjes in de pols. Als de hand met de palm naar boven (supinatie) is gedraaid, ligt de radius aan de duimzijde van de onderarm. Als de hand met de palm naar beneden (pronatie) is gedraaid, ligt de radius dwars over de ulna halverwege de onderarm.
Radiuskop
Het ondereinde van de humerus (opperarmbeen) heeft een aantal uitsteeksels en holten waardoor samen met de radius (spaakbeen) en de ulna (ellepijp) beweging mogelijk is. Het oppervlak van dit ondereinde is een ronding, bestaande uit het capitulum en de trochlea van de humerus (de kogel- en katrolvormige delen van de humerus). De olecranon (ellebooggewricht) waar de ulna zit, is zichtbaar aan de achterkant van de elleboog en past in de holte tussen deze delen. Aan beide kanten van het kogeluiteinde van de humerus bevindt zich een knobbel, de epicondylus. Als de arm naast het lichaam wordt gehouden met de handpalm naar boven gedraaid, bevindt de laterale epicondylus zich aan de kant van de humerus die het verst van het lichaam verwijderd is, terwijl de mediale epicondylus vlak naast het lichaam is. Tussen de uiteinden van de radius en de ulna is een kleine groeve (de radiale groeve) waar de twee botten samenkomen. Het spaakbeen heeft aan het proximale uiteinde een kop, de zogenaamde radiuskop of caput radii. De ulna heeft voor op het proximale uiteinde nog een breed, kroonvormig uitsteeksel: de processus coronoideus ulnae.
Trochlea humeri
Het ondereinde van de humerus (opperarmbeen) heeft een aantal uitsteeksels en holten waardoor samen met de radius (spaakbeen) en de ulna (ellepijp) beweging mogelijk is. Het oppervlak van dit ondereinde is een ronding, bestaande uit het capitulum en de trochlea van de humerus (de kogel- en katrolvormige delen van de humerus). De olecranon (ellebooggewricht) waar de ulna zit, is zichtbaar aan de achterkant van de elleboog en past in de holte tussen deze delen. Aan beide kanten van het kogeluiteinde van de humerus bevindt zich een knobbel, de epicondylus. Als de arm naast het lichaam wordt gehouden met de handpalm naar boven gedraaid, bevindt de laterale epicondylus zich aan de kant van de humerus die het verst van het lichaam verwijderd is, terwijl de mediale epicondylus vlak naast het lichaam is. Tussen de uiteinden van de radius en de ulna is een kleine groeve (de radiale groeve) waar de twee botten samenkomen. Het spaakbeen heeft aan het proximale uiteinde een kop, de zogenaamde radiuskop of caput radii. De ulna heeft voor op het proximale uiteinde nog een breed, kroonvormig uitsteeksel, de processus coronoideus ulnae.
Ulna
De ulna (ellepijp) is een van de twee botten (het andere is de radius) die samen de onderarm vormen. De ulna beweegt aan beide uiteinden met die van de radius (spaakbeen), met de humerus (opperarmbeen) bij de elleboog en met sommige carpale (handwortel-) beentjes in de pols. Als de hand met de palm naar boven (supinatie) is gedraaid, bevindt de ulna zich aan de pinkzijde van de onderarm. Als de hand met de palm naar beneden (pronatie) is gedraaid, loopt de radius dwars over de ulna halverwege de onderarm.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.