Mallet vinger
In de vinger zitten drie kleine botjes, ook wel de vinger kootjes genoemd. Deze zorgen er voor dat je de vinger kunt buigen en strekken. Bij een mallet vinger kunt u het laatste kootje van de vinger, dus de vingertop, niet meer strekken. Dit komt doordat er een scheurtje in de pees zit, welke de vinger aanstuurt. Hierdoor ontstaat er een abnormale stand van de vinger, ook wel een hamerstand genoemd. Hierbij staat het laatste kootje gebogen, zoals op de foto te zien is.
Oorzaken
Een mallet vinger ontstaat meestal doordat de vinger abrupt wordt gestrekt, waarbij het laatste vingerkootje tegen een weerstand in wordt bewogen. Dit gebeurt bijvoorbeeld als iemand het bed aan het opmaken is of als iemand tijdens het sporten een bal tegen zijn hand krijgt. De vingertop wordt met kracht omgebogen, waardoor de strekpees van het vingerkootje af kan scheuren. Soms breekt er ook een stukje bot af, waarop de pees bevestigd was. Dit wordt ook wel een avulsiefractuur genoemd.
Symptomen
Zoals op de foto hierboven te zien is staat de vinger in een afwijkende stand, waarbij het vingertopje gebogen is. Het is onmogelijk om de vinger te strekken. Hierbij kan zwelling van het gewricht ontstaan. Daarnaast kan de vinger pijnlijk zijn. De pijn ontstaat meestal niet direct, maar pas na enkele uren.
Diagnostiek
Een mallet vinger is een zogenaamde klinische diagnose. Dit betekent dat er geen aanvullend onderzoek noodzakelijk is om de diagnose te kunnen stellen. Er wordt echter wel vaak een röntgenfoto van de vinger gemaakt. Deze wordt gemaakt om te kijken of alleen de pees is afgescheurd of dat er ook een stukje bot is afgebroken. Als er een groot stuk bot is afgebroken moet de vinger namelijk mogelijk geopereerd worden.
Behandeling
Een mallet vinger wordt in principe met een speciale spalk behandeld. Deze spalk wordt ook wel een mallet spalk genoemd. De spalk moet gedurende zes weken continu gedragen worden. Door de spalk staat de vinger in een strekstand, zodat de pees weer vast kan groeien. Als de vinger toch gebogen wordt, moet de vinger opnieuw zes weken in een spalk gezet worden. Na deze zes weken moet de spalk nog enige tijd gedragen worden bij werkzaamheden in de tuin of huishoudelijke klusjes. Daarnaast is het verstandig om voorzichtig te zijn bij sporten.
Als er een grote breuk in de vinger bij zit kan het soms nodig zijn om een operatie te ondergaan. De breuk wordt dan met een draad vastgezet, welke enkele weken tot maanden later weer verwijderd zal worden.
Instructies
U kunt de spalk 1 tot 2 keer per dag even afdoen. Het is hierbij belangrijk dat de vinger in strekstand blijft staan. Dit kunt u doen door de vinger op een recht oppervlak, zoals het aanrecht te laten steunen. Zorg ervoor dat de vinger nooit buigt, anders gaan de 6 weken behandeling opnieuw in. Als u de vinger goed in strekstand houdt kunt u de huid schoonmaken en afdrogen. Als het met één hand lukt kunt u het spalkje schoonmaken. Als dit niet lukt moet u iemand anders vragen dit te doen.
Prognose
In ongeveer 30% van de gevallen blijft er een beperking in de strekfunctie bestaan. Dit geeft echter bijna nooit klachten.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.