Slikken

Het doorslikken van het voedsel is voor een deel een willekeurige beweging en voor een deel een onwillekeurige beweging. De aanzet tot de eigenlijke slikbewegingen gebeurt willekeurig. Het eigenlijke slikken gebeurt buiten de wil om, dus onwillekeurig. De keelholte bevat dan ook bovenaan meer dwarsgestreept (willekeurig) spierweefsel en onderaan meer glad (onwillekeurig) spierweefsel.

Allereerst wordt de spijsbrok (bolus) achterop de tong gebracht naar de ruimte tussen de verhemeltebogen. Dit gebeurt door samenwerking van de mondbodemspier en de stijltongbeenspier, die de tong naar boven en daarna naar achteren trekken. Hierna wordt door samentrekking van de drie sluitspieren van de keelholte (de keelvernauwers) de voedselbrok voorbij de verhemeltebogen geduwd.

Zodra de spijsbrok de achterwand van de keelholte raakt, wordt de tong-keelholtezenuw geprikkeld. De prikkels worden doorgegeven aan zenuwkernen in het verlengde merg (de overgang van het ruggenmerg naar de hersenen), waardoor een reeks onwillekeurige bewegingen in gang wordt gezet. De onwillekeurige bewegingen vormen samen de slikbeweging.

De ademhaling wordt bij het slikken even onderbroken en het zachte verhemelte wordt opgetrokken, zodat de toegang tot de neusholte wordt afgesloten. Bij het slikken wordt de tong omhooggebracht, waarbij het strotklepje omlaaggaat, zodat de toegang tot het strottenhoofd en daardoor tot de luchtpijp wordt afgesloten. De spijsbrok glijdt daarna over het strotklepje in de slokdarm.


Relevante artikelen

Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.



Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

MEDISCH VOORBEHOUD

De informatie op Menselijk Lichaam is géén medisch advies. Neem bij twijfel over gezondheid, behandeling of medicijnen altijd contact op met een arts, specialist of apotheker.

Meer informatie

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Met het laatste nieuws en gezonde tips